Aantekeningen voor oefeningen


Voor het bijhouden van de oefeningen heb ik verschillende methoden geprobeerd. Op mijn geheugen vertrouwen was voor mij geen succes! Hieronder vind je wat voor mij het beste werkte (klik op Lees meer!).

Op de computer werken in eerste instantie ook niet: hoewel ik de computer altijd een ideaal gereedschap vond voor veel dingen, maakte ik mijn trainingsaantekeningen het liefst met de hand direct na - soms zelfs tijdens - de training.

Maar aantekeningen puur op datum maken, als een soort dagboek, gaf mij geen overzicht van de stand van zaken en de vorderingen van de oefeningen. Alles verloor ik in een brij van woorden, zelfs al onderstreepte ik de oefeningen.

Vervolgens bedacht ik dat het handig was om per oefening een aantekeningenvel te maken, waarop ik de vorderingen kon zetten. Voor mij was dit niet werkbaar. Te veel zoekwerk in de papieren en nog steeds te weinig totaaloverzicht.

Uiteindelijk ben ik op de onderstaande methode uitgekomen.

Naar boven Naar onder Lijst met oefeningen

In een spreadsheetprogramma heb ik een raster gemaakt met aan de linkerkant een kolom voor de oefeningen, gevolgd door een reeks van 2 kolommen per week. In de eerste weekkolom zet ik de doelstelling neer, in de 2e kolom wat ik getraind heb en hoe dat is gegaan. In de laatste kolom schrijf ik de einddoelstelling op.

Dit schema geeft mij in één oogopslag per oefening de stand van zaken en de vooruitgang in de loop van meerdere weken.

Weken

Oefeningen
Week 1
Week 2
Week 3
Einddoel
Doelst.
Getraind
Doelst.
Getraind
Doelst.
Getraind

Volgen links

20
X . X
++ +/-
20
X
++
25?

 

30

Volgen rechts

10
X
+/-
10
X . X
++ ++
12

 

30

Draai

1:1
snel
X . X
+. +/-
1:1
snel
X . X
++ ++
1:1
comm.

 

3
Weven
1
-
1
X . X
++ ++
2

 

8
               

Op A4-formaat is het natuurlijk mogelijk meer weken op te nemen of bredere kolommen te maken. Voor een dans heb ik in zo'n tabel makkelijk zo'n 20 (!) oefeningen en overgangen staan.

Vanwege de beperkte ruimte in zo'n schema gebruik ik allerlei getallen en symbolen. Ik zal een korte uitleg geven wat ze betekenen.

De getallen (20, 10, 1) slaan op het variabel beloningsschema waarop de hond met die oefening staat.
Zo wordt de hond voor het 'volgen links' in week 1 gemiddeld eens in de 20 passen (mijn passen) beloond. Hij zit dus op een variabel beloningsschema van 20.

Bij oefeningen die de hond nog aan het leren is, beloon ik altijd iedere goed uitgevoerde oefening volgens mijn criteria op dat moment. Een beloningsschema van 1:1 dus.
Bij het aanleren van een nieuwe oefening train ik altijd 1 aspect tegelijk. De oefening 'draai' zit in week 1 en 2 dus nog in de aanleerfase, waarbij ik in die weken ga werken aan het aspect 'snelheid'. Dit is vaak het laatste aspect bij het aanleren van een oefening, op het aanleren van het commando na. Dit komt aan bod in week 3.

Ik ga pas naar een hoger beloningsschema als de hond de oefening op het vorige niveau 2x zeer goed (++) of 3x goed (+) heeft uitgevoerd. Bij het 'links volgen' is het resultaat wisselvallig. Toch besluit ik het op een hoger schema te proberen.

Een goed gekende oefening hoeft over het algemeen niet vaak getraind te worden, alleen bijgehouden en soms opgefrist. Een nieuwe oefening moet natuurlijk wel geregeld aan bod komen.

Aan de hand van dit schema kan ik vrij snel zien of ik een oefening verwaarloos. Per trainingssessie kies ik 2 x 2 gedragingen: ik train met mijn twee honden om de beurt twee oefeningen achter elkaar.

Het zal duidelijk zijn dat ik niet alle informatie in zo'n schema kwijt kan. Daarvoor gebruik ik alsnog de methode van aantekeningen op datum, waarbij ik de oefeningen die ik bespreek duidelijk aangeef. Samen met het overzicht op 1 A4 is dat wel werkbaar.

Tegenwoordig gebruik ik wel de computer en verwerk ik mijn aantekeningen in Excel. Filteren, sorteren en draaitabellen houden mijn aantekeningen overzichtelijk. Hett vraagt een gevorderde kennis van dit programma, maar werkt erg goed!

Naar boven Naar onder Variabele beloningsschema's

Bij het afbouwen van de beloning is het belangrijk om de beloning voor de hond zo onvoorspelbaar mogelijk te maken, terwijl je de hond toch het idee geeft dat hij voor iedere (goed uitgevoerde) oefening kàn worden beloond.

Als hulpmiddel om ook echt zo onvoorspelbaar te zijn, gebruik ik variabele beloningsschema's (VB's). Deze heb ik op visitekaartjesformaat geplastificeerd en aan een ring gehangen, zodat ze tijdens het trainen makkelijk te gebruiken zijn. De streepjes en kleurverschillen zijn bedoeld om het kaartje beter afleesbaar te houden.
Onderstaand zie je VB-schema 1 t/m 5:

1-1-2 | 1-2-1 | 1-1-3 | 1-2-1
2-1-3 | 2-1-1 | 2-1-4 | 1-3-1
3-1-2 | 2-4-1 | 3-1-5 | 2-3-1
4-2-3 | 1-5-2 | 3-6-2 | 1-4-2
5-2-6 | 3-7-3 | 5-1-7 |
4-3-5 | 2-6-1

Hoe werkt het? Allereerst leer ik de hond de oefening waarom het gaat aan. Daarbij beloon ik in principe iedere uitvoering die aan mijn eisen voldoet. Als het geheel eruit ziet zoals ik wil, voeg ik het commando toe (vooruit, soms smokkel ik door het eerder toe te voegen, maar dat is vaak ook aan het resultaat te zien). Als dat erop zit, begin ik met VB-schema's.

Bij VB2 (het eerste lichte vak) beloon ik bijvoorbeeld pas de tweede goed uitgevoerde oefening. De volgende keer beloon ik direct. Daarna beloon ik pas de 3e oefening.

Ik heb het hier steeds over goed uitgevoerde oefeningen. Maakt de hond meerdere fouten en dreigt hij gefrustreerd te raken, dan moet ik even terug naar 1:1-beloning om hem duidelijk te maken wat de oefening nu ook al weer precìes was.
Als ik door zou gaan met variabel belonen als de hond fouten maakt, kan hij nooit weten of het aan zijn fout of aan het variabel belonen dat hij de beloning niet krijgt.

Ik kan kiezen tussen de hele regel op het kaartje afwerken of maar de helft, omdat de ene oefening leent zich beter voor veel herhaling dan de ander. VB5 wordt ineens wat zwaarder. Meestal maak ik de overgang tussen 4 en 5 makkelijker door 1 regel te nemen en te eindigen met een 1:1-beloning.

Dit soort schema's kun je tot in het oneindige door laten lopen. Hoe ver je gaat met de schema's hangt af van wat de hond moet doen, hoe lang hij het vol moet houden zonder beloningen, enzovoort. Voor de meeste doggy dance-oefeningen is VB5 of VB7 ruim voldoende. Voor oefeningen waarbij de hond afstand aflegt zoals weven, volgen of achteruit (die ik weefbewegingen danwel in stappen meet, de mijne of die van de hond) kun je wat verder gaan. Voor het volgwerk ga ik zeker tot VB45 aan, omdat ik volgen gelijk ook als een concentratie-oefening voor de hond zie.

De kracht van de VB-schema's is voor mij:

  • Door zorgvuldig afbouwen van de beloning maak je de hond gretiger en enthousiaster.
  • Ik hou makkelijker vast aan mijn eisen voor de oefening dan als ik het uit mijn hoofd doe. Tijdens het volgen bijvoorbeeld accepteer ik makkelijker 'even wegkijken, maar gelijk weer terugkijken' als ik de schema's niet gebruik. Met VB-schema's vraag ik minder herhaling of tijd of afstand, maar wel precies zoals ik het wil hebben. Daardoor bouw ik veel secuurder de oefening op.
  • Ik ben onvoorspelbaarder dan als ik het uit mijn hoofd doe. Net als de meeste mensen verval ik snel in een voor de hond herkenbaar patroon. En hoewel deze schema's op papier staan, heb ik nog nooit gemerkt dat mijn hond een patroon herkent.
  • Ik blijf niet hangen in bijna 1:1 belonen, en ik bouw niet te snel af, waardoor de hond enthousiast blijft.

Naar boven Naar onder Voorbeeld

Variabele beloningsschema's heb ik voor het eerst toegepast bij het aanleren van de oefening 'volg met oogcontact' met Joschka, mijn Dalmatiër.

Volgen had Joschka in de puppyklas al geleerd. Tijdens het volgen keek hij heel af en toe wel omhoog, wat ik dan prees (ik kende toen nog geen clickertraining), maar verder keek hij voornamelijk voor zich uit.

Toen hij ongeveer 3 jaar was, besloot ik hierin verandering te brengen. Ik had hem al geleerd op commando oogcontact te maken. Ik leerde hem met targetting de oefening 'close' aan. Terwijl hij links naast me stond, moest hij met zijn wang tegen mijn linkerbeen drukken, waarbij hij me aan moest kijken. Vervolgens moest hij dit in beweging leren doen - volgen dus.

Het 'close' tijdens het volgen vond ik al snel overdreven. Zo'n hond die aan je been geplakt zit, loopt toch wat moeilijk. Maar de eis 'oogcontact' bleef absoluut overeind. En dankzij de VB-schema's is het me gelukt hem heel fraai met oogcontact aardige afstanden te leren volgen, en het nog graag te doen ook!

Verder heb ik deze schema's dus gebruikt voor het afbouwen van de clicker (en dus ook van beloning) voor bijna alle dogdancing-oefeningen, en voor het opbouwen van enthousiasme.

Nogmaals, hoe tegenstrijdig het ook klinkt: als je minder gaat belonen, gaat je hond gretiger werken. Maar kijk wel uit, want als je te weinig beloont omdat je snel wilt afbouwen, raakt je hond ontmoedigd en geeft hij het op. Je bent op dat moment bezig je noest getrainde oefening uit te laten sterven (extinctie)!