Ronja en JoschkaTrekken aan de lijn

Iedereen kent ze wel: van die honden die zichzelf tijdens het uitlaten zowat ophangen, zo hard trekken ze aan de lijn. Misschien is jouw hond er zo een? Piepend en gorgelend van benauwdheid baant hij zich een weg voor je uit.

Voor jou is het gedrag vaak een enorme ergernis - of je hebt je er uiteindelijk bij neergelegd, na soms al allerlei dingen te hebben geprobeerd: mopperen, rukken aan de lijn en zelfs slipkettingcorrecties. Het helpt allemaal niet afdoende, en van al dat geruk en getrek word je niet bepaald vrolijk.

Toch is het trekken aan de lijn voor de hond niet zonder gezondheidsrisico's. Op den duur kan schade ontstaan aan het strottehoofd, de luchtpijp, maar zeker ook aan de nek en de rug. Zelfs een hond die altijd aan een tuig loopt te trekken (het hulpmiddel dat nog het minst belastend is voor de hond), kan op den duur last krijgen van zijn rug. Het is eigenlijk al te zien bij het trekken: de rug staat daarbij meestal enigszins bol, ook bij een gezonde hond.

Is er soms een andere manier dan rukken en mopperen om dit probleem te verhelpen? Om dat te bepalen, moet je eerst weten wat het voordeel voor de hond is bij dit gedrag. Want als een hond ergens geen voordeel bij heeft of bij denkt te hebben, doet hij het niet. En wat het in dit geval ook is, het moet iets geweldigs zijn om de hond zichzelf zo'n ellende te laten bezorgen.

Naar boven Naar benedenEen hond loopt van nature sneller...Waarom trekt een hond?

Een veelgehoorde uitspraak is dat een trekkende hond dominant is ten opzichte van de baas. Deze theorie wordt echter tegengesproken door het feit dat ook erg onderdanige honden flink kunnen trekken.

Zelf denk ik dat het trekken meerdere oorzaken heeft. Zo loopt een hond van nature sneller dan een mens. Het einde van de lijn is dan ook snel bereikt. De grootste reden voor de hond om te blijven en zelfs steeds harder te gaan trekken, is echter dat de hond met zijn getrek keer op keer geweldige successen behaalt.

Bijvoorbeeld: de hond ruikt een halve meter verderop, net buiten bereik van de lijn, iets lekkers. "Daar wil ik heen! Het drukt wel op mijn hals, maar dit is toch wel heel interessant! Hee, als ik trek kom ik dichterbij. Ja, ik ben er. Oh wat gezellig, dat is dat leuke teefje! Hee, ze is loops!" Het eerste succes (en dus versterking) van het trekgedrag is binnen.

"Hee, een andere hond, een speelkameraadje! Daar wil ik heen!" Baas vindt het intussen ook wel gezellig om met het andere baasje over hondjes te kleppen, dus hij laat zich gewillig meetrekken. "Zie je wel, als ik trek, dan kom ik waar ik wil! Trekken levert leuke dingen op!"

"Het is weer middag! Dan neem ik de baas altijd mee naar het park! Ik wou dat die man eens doorliep, want met dit tempo komen we er vandaag niet meer aan. Hoi, we zijn er, ik mag los! Joepie! Feest!" En weer een versterking voor het trekgedrag.

Drie voorbeelden van een geweldige jackpot voor de hond. Alle drie successen overkomen hem terwijl hij trekt. En al snel begrijpt de hond het helemaal: "als ik trek, kom ik waar ik wil". Logisch toch? Daarnaast is het ook nog eens zo, dat honden zelden beloond worden voor netjes meelopen aan een slappe lijn. Omdat het "gewoon zo hoort", valt het de meeste hondenbaasjes nauwelijks op als de hond netjes meeloopt. En als het al opvalt, hoort de hond hooguit een vaag "braaf".

De hond trekt dus omdat het hem iets oplevert. Hij bereikt er leuke dingen mee. Als jij graag wilt dat jouw hond niet meer trekt, is het aan jou de taak om ervoor te zorgen dat dat niet meer gebeurt! En tegelijkertijd moet je ervoor zorgen dat aan een slappe lijn lopen veel leuker wordt voor de hond.

Naar boven Naar benedenSlappe lijn: beloning!

Het is dus erg belangrijk dat je je hond veel beloont terwijl hij aan een slappe lijn meeloopt. Bijvoorbeeld met een koekje, een speeltje en/of even lekker gek doen.

Bepaal voor jezelf waar je wilt dat je hond ongeveer loopt. Als je je hond beloont, is het altijd belangrijk om precies te weten waarvoor je hem wilt belonen.
Ik raad meestal aan: ergens aan je linker of rechterkant, maar niet meer dan een 1/2 meter voor je. Je hond mag dan tot het uiteinde van de lijn naar links, naar rechts, en een beetje naar achteren, als hij maar niet trekt. Maar hij mag niet meer dan een halve meter voor je uit lopen. Op die hoogte kan hij nog makkelijk zien waar je loopt, zodat hij beter weet wanneer hij in moet (gaan leren) houden.
Als je het irritant vindt dat je hond steeds voor of achter je langs kruist, zodat je steeds je riem moet overpakken, leer je hem bijvoorbeeld om op de stoep aan de kant te lopen die het verst weg is van de straat.

In het begin beloon je je hond werkelijk iedere stap dat hij netjes meeloopt, in het allereerste begin misschien zelfs voor halve stapjes!

Heeft je hond door dat bij jou blijven allerlei leuks oplevert, kun je de beloning langzaam afbouwen: je gaat gemiddeld voor 2 stapjes belonen, dan voor 3, enz. Gemiddeld omdat je hond nooit mag kunnen voorspellen wanneer hij beloond wordt.

Als je hond dit goed begrijpt, kun je hem behalve met lekkers of spelen, ook belonen door hem uitgebreid toegang te geven tot een verleiding die hij heeft bereikt zonder aan de lijn te trekken (verderop lees je hiervan wat voorbeelden).

Overigens, 'meelopen aan een slappe lijn' is niet hetzelfde als de volg-oefening. Tijdens het volgen moet de hond met zijn kop of schouder precies naast je linkerbeen meelopen en zijn volledige aandacht bij jou houden. Tijdens het meelopen aan een slappe lijn mag de hond links en recht lopen, hij mag snuffelen en zijn behoeften doen, als hij maar niet trekt. Je hond heeft dus meer vrijheid.

In het begin kunnen deze twee oefeningen wat op elkaar lijken. Zodra je hond merkt dat hij wat kan verdienen, is de kans groot dat je plotseling zijn volle aandacht hebt (wat je natuurlijk wel degelijk kunt belonen). Bij 'volgen' moet de hond zich concentreren en puur op de baas letten.

Naar boven Naar benedenTrekken: geen beloning of... weghalen van de beloning!

Behalve belonen van het juiste gedrag, is het minstens zo belangrijk om te voorkomen dat je hond succes heeft het ongewenste gedrag, in dit geval trekken aan de lijn.

Om dit te bereiken, leg ik hier twee methoden uit, waarbij de eerste methode vooral geschikt is voor het gewone trekken, en de tweede voor de momenten waarop de hond een specifiek doel wil bereiken. Methode 2 is voornamelijk een goeie aanvulling op methode 1.

Zoals altijd binnen de hondentraining vereisen ze voor het beste resultaat consequente toepassing. Ook als je haast hebt omdat je de bus of de trein moet halen! Als je besluit deze manieren uit te proberen, moet je ervoor zorgen dat iedereen die de hond uitlaat zich er ook altijd aan houdt. Het aan een slappe lijn lopen gaat in op het moment dat je de hond aan de lijn doet en stopt pas als hij weer los mag. Dit is de snelste manier.

TIP: De eerste keer dat je een van de methoden uitprobeert, kun je het beste een weekend kiezen dat het mooi weer is en dat je alle tijd hebt. Het zal namelijk even duren voordat je hond de oefening doorheeft. Zodra het kwartje gevallen is, zul je echter zien dat de vorderingen snel gaan.

Bij beide methoden gebruik je een gewone leren lijn met een halsband, of eventueel een tuig waar je aan de voorkant de lijn bevestigt (Easy Walk, U lead, Mazter lead, Halti harness). Het beste is een lijn met een lengte van 1,50-2,00 meter.
Gebruik geen rollijn of slipketting: een rollijn houdt continu spanning op de lijn zodat de hond per definitie mòet trekken wil hij ergens komen en een slipketting heeft geen nut, want bij deze methode gebruik je geen fysieke correcties.
Tijdens het lopen zorg je ervoor dat je de lijn niet zelf strak trekt, maar hou hem bijvoorbeeld bij de lus aan het uiteinde van de lijn vast. Het beste kun je de hand waarmee je de riem vasthoudt tegen je taille aandrukken. Het doel hiervan is om te voorkomen dat je de lijn zelf strakker trekt. De bedoeling van de oefening is namelijk dat de hond de strakte van de lijn regelt (strak trekken/slap laten), niet jij. En daarvoor moet hij er helemaal zèlf achterkomen hoe het werkt!
Naar boven Naar beneden

En wat als mijn hond soms (nog) wel mag trekken?

Je kunt er ook voor kiezen het 'meelopen aan een slappe lijn' in fases in te voeren. Dan eis je dit alleen op een bepaald stukje van je route, en breid je dit stuk langzaam steeds verder uit. Je begint dan bijvoorbeeld tussen twee lantaarnpalen met methode 1 en breidt dit uit naar drie, vier, enz. lantaarnpalen. Of je start met methode 2 de laatste paar meters voor het park of bos, vlak voordat je je hond loslaat, wat natuurlijk gelijk een enorme jackpot is voor het goeie gedrag van je hond (vooral methode 2 is hiervoor erg geschikt). Als je hond dit door heeft, ga je steeds eerder in de wandeling een slappe lijn van hem vragen.

Als je zelf (nog) niet altijd helemaal consequent wilt zijn in het niet-trekken of als andere mensen wel eens je hond uitlaten en hem daarbij niet consequent aan een slappe lijn laten lopen, is het belangrijk dat je je hond duidelijk maakt wanneer welke regels gelden: wanneer hij mag trekken en wanneer hij echt aan een slappe lijn moet lopen.

Daarvoor kun je hem een tuig omdoen als hij mag trekken, en een halsband als hij niet mag trekken. Dit is ook een goeie oplossing wanneer je je hond wel eens aan een rollijn wilt of moet uitlaten: een tuig is het minst belastend voor een hond die trekt, al kan het op den duur altijd nog schadelijk zijn.

Zoals altijd wanneer je niet consequent regels handhaaft, zal het zo wel langer duren voor je hond het niet-trekken doorheeft, omdat hij tegelijk de regels moet leren èn wanneer ze wel en niet gelden.

 

Naar boven Naar benedenMethode 1 - zodra je hond trekt: stilstaan!

Stilstaan! Zodra je de regels voor 'niet trekken' laat ingaan, geldt: je loopt alleen door als je hond ergens naast je is, niet meer dan 0,5 meter voor je, en de lijn slap hangt. Hou de hand waarin je de lus vast hebt op je taille, zodat je de lijn niet zelf per ongeluk strakker trekt.

Als je hond ondanks je beloningen in een strakke lijn hangt: zeg niets, beweeg niet, wacht gewoon af totdat je hond het hangen in de lijn zat is. En hoe lang dat in eerste instantie ook duurt (hou maar bij op je horloge, het lijkt meestal veel langer dan het is), op een gegeven moment gaat hem dat toch echt wel vervelen.

Zodra je hond de spanning van de lijn haalt, roep je hem en lok je hem naast je en begin je te lopen. In eerste instantie zul je misschien nog geen stap verzet hebben en geen kans hebben gehad om te belonen omdat je hond je voorbij is gesprint en de lijn alweer strak staat. Stilstaan, wachten tot de spanning van de lijn gaat, je hond weer naast je lokken, en weer lopen. Beloon, zoals hierboven geschreven, in eerste instantie iedere stap.

In het begin duurt het even voordat je hond doorheeft dat hij zelf de spanning van de lijn moet halen. Probeer hem niet te helpen door zijn aandacht te trekken, maar laat het hem helemaal zelf uitvinden. De eerste paar keer zal dat even duren (soms zelfs een minuut of vijf). Maar een hond leert veel grondiger wat wel en wat niet werkt als hij iets zelfs weet uit te vinden, dan wanneer wij hem steeds weer helpen.

Als je hond dit goed doorheeft, ga je je eisen ietsje opschroeven door, in plaats van genoegen te nemen met 'slechts' de spanning van de lijn halen, te wachten tot je hond zijn hoofd naar je toedraait of een stapje naar je toe doet voordat je hem weer bij je haalt. En vervolgens tot hij zelf een aantal stappen terug doet en zelf weer de juiste plek inneemt, ergens links of rechts naast je.

Naar boven Naar beneden
Als je deze aanpak van veel belonen voor bij je blijven en stilstaan zodra hij meer dan 0,5 meter voor je uit gaat, consequent volhoudt en doorzet, heb je al heel gauw effect. Door dit vol te blijven houden, merk je op een dag dat je voormalige trekdier een veel aangenamer wandelpartner is geworden.

De kunst is dus dat je hond absoluut geen succes heeft op het moment dat hij trekt. Als hij niet vooruit komt, kan hij in principe zijn beloning niet bereiken.

Soms lukt het je hond toch om met trekken nèt binnen het bereik van iets interessants te komen. Bijvoorbeeld een lekker ruikend polletje gras of een achtergelaten boterham. Hier moet je heel alert op zijn. Zodra je dit merkt, mag je hem natuurlijk wel degelijk achteruit trekken (niet rukken, maar terugroepen of anders een eindje sleuren), zodat het interessants weer buiten zijn bereik ligt.

Ook als er een andere hond op je afkomt terwijl je eigen hond trekt, kun je wel stilstaan, maar die andere hond (een speelkameraadje en dus een beloning voor je hond) komt meestal toch dichterbij. In dit geval kun je het beste je hond aan de kant trekken, zodat hij die spannende andere hond toch niet kan bereiken. Hij mag best met die ander spelen, maar alleen als de lijn slap hangt op weg ernaartoe - en alleen als jij dat wilt, natuurlijk!

Met mijn hond (een reu) heb ik, in navolging van deze regels, een afspraakje lopen: als hij mij naar een bepaalde plek meesleurt - als is het maar 10 cm - dan trek ik hem daar direct weg en heeft hij de kans om daar te snuffelen voor zichzelf verpest. Maar als hij er netjes aan een slappe lijn heen loopt, mag hij uitgebreid snuffelen en snuiven. Vooral in de loopse-teven-tijd wil hij zijn manieren namelijk toch nog wel eens even vergeten.

 

Naar boven Naar benedenMethode 2 - zodra je hond trekt:
achteruit lopen!

Een speelkameraadje als jackpot Deze methode is vooral erg geschikt als je hond naar een specifieke plek trekt. Ergens waar een loops teefje heeft geplast, of naar een aangelijnd(!) hondenvriendje of naar de plek waar hij wordt vrijgelaten in het park bijvoorbeeld.

De eerste keer dat je deze oefening uitprobeert met je hond, is het erg leuk om het met twee personen te doen. Markeer voor jezelf een beginpunt vanwaaruit je gaat lopen met je hond. Je assistent moet zichzelf, op een plek op zo'n 8-10 meter afstand, zo aantrekkelijk mogelijk maken voor de hond. Dat kan bijvoorbeeld door de hond tevoren aan een ritselend zakje met iets héél lekkers te laten ruiken en achteruitrennend de hond uit te nodigen om te komen, of door lekker gek te doen met een speeltje. Het gaat er echt om de hond te verleiden, zodat hij HEEL graag naar je assistent wil gaan.

Jij staat op het beginpunt met je hond. En je hond staat al te trekken omdat je trainingspartner een aantal meter verderop toch wel zeer interessant is. Hou je hand met de lus aan het uiteinde van de riem weer tegen je taille aan om te voorkomen dat je de lijn per ongeluk zelf strakker trekt. Wacht gewoon af totdat je hond doorheeft dat trekken in die richting geen enkele zin heeft en de spanning van de lijn afhaalt.

Lok je hond met je lichaamstaal naast je en begin, als de lijn nog steeds slap hangt, te lopen. Zodra je hond wat versnelt en de lijn weer strak dreigt te raken - en dat gebeurt heel gauw, want je assistent staat op 8-10 meter helemaal uit zijn dak te gaan - ren je vrolijk (!) weer achteruit naar het beginpunt. Doe gerust lekker gek, maak de hond maar duidelijk dat deze hele bedoening iets heel leuks is.

Weer bij het beginpunt aangekomen wacht je weer tot de lijn slap hangt en je hond min of meer naast je is. Dit zal al veel sneller gaan dan de eerste keer. Zodra je hond weer naast je is, begin je weer te lopen tot de lijn weer strak dreigt te raken. En huppel je weer vrolijk achteruit naar het beginpunt.

 

Naar boven Naar beneden Bij de laatste paar meters van het parcoursje moet je helper heel goed opletten. Hij moet je hond lekker blijven uitdagen zodat deze graag naar hem toe wil, MAAR: mocht je hond jou het laatste eind meesleuren (al is het maar 10 cm!!!), dan moet je assistent zich ineens oninteressant maken: plotseling rechtop staan, armen gekruist, het leuks/lekkers veilig weggeborgen, jouw hond niet aankijken of hem zelfs de rug toedraaien. Op die manier beleeft je hond geen enkel succes met zijn trekgedrag. En jij huppelt natuurlijk weer vrolijk terug naar het startpunt. Het is namelijk de bedoeling dat je hond met een volledig slappe lijn bij die je trainingspartner aankomt. Dan pas mag het feest zijn, en wel een geweldig superfeest!

Deze oefening doe ik wel eens met mijn cursisten. Hun reactie voorafgaand aan de oefening is steevast: "Dat doet-ie nooit!" of "Heb je nog een uurtje?". Alle honden hebben de oefening echter binnen drie minuten door, terwijl ik toch heel hard mijn best doe ze vooral de fout in te laten gaan door met worst en kaas, op de grond gehurkt, lekker gek te doen. Een voorwaarde is wel dat als de baas teruggaat naar het startpunt, hij dat in vlot tempo en vrolijk doet. Ik vindt het een van de leukste oefeningen - en een met verbijsterend snelle resultaten.

Hoe werkt het dan? De honden leren razendsnel dat trekken juist averechts werkt. En doordat de verleiding zo enorm is, is de teleurstelling over het niet-bereiken van het doel des te groter, ondanks het feit dat de baas vrolijk achteruit huppelend terug naar het beginpunt gaat.

Het voordeel van deze methode boven de vorige is dat de hond op geen enkele manier baat heeft bij trekken. Iedere keer dat hij trekt, moet hij weer een x-aantal stappen terug doen, terwijl bij de vorige oefening 'slechts' stilstaan het gevolg was.

Ook deze methode moet je zeer consequent toepassen: zodra je hond trekt, doe je paar passen achteruit, markeer je die plek voor jezelf (onkruidje tussen de stoeptegels bijvoorbeeld) en je begint pas weer te lopen als je hond ergens naast je is. Dit beginpunt kun je gebruiken totdat je hond het interessants dat hem aantrok met een slappe lijn heeft bereikt òf als je inmiddels een meter of vijftien verder bent (dat wil nog wel eens met een reu aan de lijn en de heerlijke odeur van loopse teefjes in het verschiet).

 

Naar boven Naar benedenSamenvattend

Methode 1

  1. BELOON het meelopen aan een slappe lijn met lekkers, spelen of gek doen, of eventueel door hem extra lang te laten snuffelen of te laten spelen met een andere hond.
  2. Met een strakke lijn verzet je geen stap.
    ZODRA je hond meer dan 0,5 meter voor je loopt, sta je DIRECT stil.
    Voorkom dat je hond toch succesjes behaalt: doe eventueel een paar stappen achteruit.

Eventueel aan te vullen met methode 2

  1. Zodra je hond trekt, huppel je achteruit naar een (vast) punt ongeveer 5-10 meter terug.
    Zodra de hond weer op jouw hoogte is, loop je weer rustig vooruit.
    Indien nodig herhalen tot het doel van je hond is bereikt.
  2. Het behalen van het doel is de beloning, eventueel aangevuld met beloningen zoals hierboven beschreven.

Voor de eerste tijd even veel geduld en consequentheid toegewenst, en voor daarna: heel veel wandelplezier met je voormalige trekhond!

Sandra Hurkmans

 

(Herziene versie van artikel dat oorspronkelijk geschreven werd voor de Kynologenclub Delft e.o.)